Regelmatig krijg ik de vraag of ik ook met overleden dieren communiceer. Mijn antwoord daarop is ‘ja’.
En zowel met overleden, als met nog in leven zijnde dieren heb ik soms zeer bijzondere communicaties.
Eén van die bijzondere communicaties was er een met een slang, die aan het overlijden was tijdens ons contact.
Voor de verzorger kwam de slang zijn overlijden vrij plotseling. Maar de slang verzekerde mij dat het helemaal niet zo plotseling was. Hij was namelijk al vanaf zijn geboorte niet helemaal in orde en mocht toch nog ruim 12 jaar genieten hier op aarde. Want genieten heeft hij zeker gedaan, zo vertelde hij me.
De slang had een partner en mocht zich zelfs voortplanten. Wat overigens niet lukte, daar hij hier toch niet gezond genoeg voor was.
Hij vertelde dat hij tijdens zijn geboorte er véél te lang over had gedaan om uit zijn ei te kruipen. De buitentemperatuur speelde hier een cruciale rol bij. En hij had een hartafwijking.
Hij woonde in een zeer ruim terrarium.
Toen ik van de slang vernam dat hij net aan het overlijden was, heb ik hem gevraagd of hij het niet prettiger vond om nu dan maar weer afscheid te nemen. En heb ik hem gezegd dat ik hem na enkele dagen wellicht weer uit zou kunnen nodigen om te komen communiceren, zodat hij nu in alle rust over kon gaan. Maar de slang had er geen probleem mee dat we contact bleven houden. Bizar eigenlijk hoe luchtig hij mij het volgende antwoord gaf: ‘mijn overlijden gaat zo direct vrij snel en dan kunnen wij rustig praten. Daarna zal ik overgaan.’
En inderdaad was hij vrij snel overleden, zonder pijn. Hartstilstand, zo leek het.
Het was voor mij echt een hele aparte gewaarwording dat ik tijdens zijn leven contact kreeg en door kon gaan met communiceren terwijl hij dood was.
De verzorger van de slang was zéér blij met het verslag. Zo wist hij dat de slang sowieso niet alleen is gestorven. Dat de slang geen pijn had tijdens het overlijden én dat de slang een mooi, lang leven heeft gehad, ondanks zijn zwakke hart.
Ook werd het hem nu duidelijk waarom de slang zich niet voort kon planten.
De communicatie met zijn slang gaf hem ook rust. Hij heeft zich jaren afgevraagd wat hij toch verkeerd deed met de slangen. Al wist hij eigenlijk wel dat hij niks verkeerds deed, toch twijfelde hij regelmatig omdat er geen nakomelingen kwamen.
Zijn twijfel, en waarschijnlijk ook wel zijn schuldgevoel, heeft de verzorger nu los kunnen laten.
Ik heb tot slot de slang hartelijk bedankt en een goede zielenreis toegewenst.