Hoe bijzonder deze communicatie was besefte ik pas goed, toen ik een terugkoppeling van de aanvragers kreeg.
De verzorgers van een hond, die twee jaar eerder was overleden, vroegen of ik hen kon helpen met het terugvinden van hun hond.
Ze hadden zo’n sterke band met hem, dat ze niet geloofden dat hij er niet meer was. Ze wisten zeker dat hij zou reïncarneren en wilden hem terug. Ook hadden ze heel sterk het gevoel dat hun overleden hond ook weer bij hen wilde wonen.
Bijzonder.
De aanvragers vertelden mij dat ze al meerdere dierentolken hadden benaderd, waarvan enkelen hun bijdrage al hadden geleverd.
Ik dacht meteen: ‘Wauw, het lijkt wel een puzzel waarbij een ieder zijn bijdrage kan leveren, of al heeft geleverd. Prachtig, zulke samenwerkingen. En nu mag ik ook meehelpen.’
Ik was nog niet zo lang actief als dierentolk, dus vond dit extra spannend en ook beetje beangstigend. Dacht bij mezelf: ‘Lukt het wel? Ben ik wel al goed genoeg? Stel dat ik verkeerde aanwijzingen binnen krijg? Of de aanwijzingen die ik binnen krijg worden verkeerd geïnterpreteerd, waardoor deze lieve mensen op de verkeerde plek op de aardbol naar hun geliefde hond gaan zoeken?’
Ik vermaande mezelf: ‘Niets gebeurt zonder reden; ze komen niet voor niets op mijn pad.’
De tijdsdruk was er wel, daar de mensen een datum in gedachte hadden om naar de hond op zoek te gaan.
Wat een ervaringen; wat een leerproces voor me.
Tijdsdruk heb ik aan de kant geschoven: ‘Het gaat zoals het gaan moet’ hield ik mezelf telkens voor.
Tegenwoordig kan ik daar dan ook véél makkelijker mee omgaan en heb ik zoveel meer vertrouwen gekregen. Alleen al daarom ben ik zo ontzettend blij, dat ik toen deze communicatie heb mogen doen.
Ook ontzettend blij was ik, toen ik de terugkoppeling van de mensen kreeg. Maar nu loop ik op de zaken vooruit, eerst over de communicatie zelf.
Het consult zelf verliep, vond ik zelf, bijzonder prettig.
Veel aanwijzingen heb ik mogen ontvangen. Van zowel hun overleden hond, maar zeker ook van de hond die al geboren bleek te zijn.
Met sommige aanwijzingen konden de verzorgers niet direct iets. Het was te vaag of onherkenbaar. Maar de meeste aanwijzingen konden ze gebruiken en sloten mooi aan bij de aanwijzingen van de andere dierentolken.
De hond was al geboren, hadden de mensen al eerder mogen doorkrijgen. Maar waar te zoeken? Ze hadden twee weken vrij gepland en wilden die data gericht gaan zoeken.
Gelukkig kreeg ik voldoende informatie door, waardoor de man en de vrouw wisten in welk land ze moesten zijn. Een andere dierentolk kon de plaats aanwijzen.
Ik kreeg woorden door, waarvan ik het bestaan nog niet eens wist, maar die achteraf wel belangrijk bleken voor de zoektocht naar de hond.
Beelden van de omgeving, waar de hond op dat moment woonde. Kortom, heel veel informatie waarmee het stel op weg kon.
Van de hond, die al geboren was, kreeg ik ook nog de informatie mee dat zijn potentiële verzorgers, mochten ze nog twijfelen of hij wel de ziel van hun overleden hond was, moesten letten op een plekje op het voorhoofd. De hond zelf vertelde me dat het makkelijk te zien was. Dus het kon een litteken zijn, deukje, of pigmentvlek, iets in die richting. De verzorgers vertelden me naderhand dat het ging om een litteken. Ze zagen dit pas later, omdat er haren overheen waren gegroeid.
Toen de man en de vrouw de hond gevonden hadden, was het ook helemaal niet nodig om naar lichamelijke kenmerken te zoeken. Zelfs de pleegvrouw, waar de hond tijdelijk bij woonde, vroeg of ze de hond wellicht al eerder hadden gezien. Zo duidelijk was het dat de hond op hen zat te wachten.
Op het moment dat de mensen aan kwamen rijden, zat de hond voor een open raam. Hij begon te blaffen, was door het dolle heen om hen te zien en wist niet hoe snel hij de auto in kon komen om naar huis te mogen gaan.
De oppasster was verdrietig hem te moeten laten gaan, maar wist dat de hond bij deze lieve mensen hoorde. Het wachten was voor de hond voorbij.
Hij kon terug naar huis!