Aquajoggen met Olivia

Het is prachtig weer. De zon blinkt aan de hemel. Koel briesje. Tijd voor een lekker wandelingetje met Olivia. Ik vraag haar of ze daar zin in heeft. Ze zegt: “Iiiiaaaa”. Ze bedoelt dus ‘ja’.


Ik trek mijn wandelschoenen aan, rits mijn pijpen van mijn lange broek, zet mijn zonnebril op, vraag of Olivia wat spullen van mij wil dragen, stop deze in haar felgekleurde vrolijke Mexicaans-ogende rugtas, doe haar een halstertje om en klik er een touwtje aan. Natuurlijk wil opeens het hele spul ook mee. De andere zeven ezels dus. Het is daarom even dringen, handig manoeuvreren en dan snel en gewiekst het hek sluiten want zeven losgeslagen ezels op de openbare weg, dat werkt vooral op de lachspieren van de toeschouwer.

Zo, we kunnen op pad. Ik heb er zin in. De pahahaden op ♫ de lahahanen in …. ♫


Alert

We wandelen het dorp uit. Een brede witte dwarsstreep op de weg moet met een grote sprong genomen worden. Stel je voor dat zo’n streep je aanvalt.

Verder is Olivia dol op oprijlanen en boerenerven. Ze loopt er graag een paar meter op. Even de boel bekijken, soms wat uitgebreider en dan weer verder. Soms zie je mensen kijken: zoho, die is nieuwsgierig … doelend op mij dan.


Olivia is een ezeltje dat graag in de verte kijkt en dat heel alert is. Als eerste ziet zij bijvoorbeeld de horde joggers in felgekleurde hesjes op honderden meters afstand naderen. Ze staat stil en kijkt ernaar om met beide ogen in te schatten hoe ver dit ‘gevaar’ nog van haar verwijderd is. Ze staat dan doodstil en is niet meer in beweging te krijgen. Als onderdeel van deze tweepersoonskudde, signaleert zij voor mij en ik signaleer haar gedrag waarop ik dan weer actie kan ondernemen. Op zo’n moment ga ik voor haar staan, kijk in de richting van ‘het gevaar’ en leg haar uit wat ik waarneem en dat het wat mij betreft geen bedreigende situatie is.

Dat is voldoende om haar weer verder te laten wandelen. Niks trekken of duwen. Gewoon signaleren, inleven en anticiperen.


Coupe Playmobiel

Vandaag lopen we een rondje dat Olivia nog niet kent. We zijn ongeveer drie kwartier onderweg als zich dikke stapelwolken vormen en het zachtjes begint te regenen. Als ezels ergens een grote hekel aan hebben, dan is dat aan nattigheid. Ik kijk daarom of ik het tempo wat kan opvoeren zodat we het rondje sneller afmaken en over tien minuten weer bij de stal kunnen zijn.

Olivia redeneert anders. Als we het tempo al zouden gaan opvoeren dan is er maar één optie: terug over de bekende weg. Olivia wil dus rechtsomkeert maken. Het traject van drie kwartier teruglopen naar de stal.

Ik leg haar uit dat als we het rondje afmaken, het nog maar tien minuten is en dat we dan voor de ergste bui weer thuis zijn. Ze wil er niet van weten.


Daar sta ik dan in discussie met Olivia. In the middle of nowhere in de stromende regen. Het water komt inmiddels met bakken uit de lucht. Geen schuilboom of bushokje te bekennen. Wat ik doe, dat moet ik weten, maar zij geeft aan niet verder te willen lopen. Ik doe nog een paar pogingen haar tot andere gedachten te brengen maar na tien minuten sta ik er als een doorweekte schlemiel met korte broek en zonnebril naast. Niks trekken of duwen. Gewoon lijdzaam ondergaan. Uiteindelijk laat ik mijn koppigheid los en geef ik toe aan Olivia’s wens. Ik wandel samen met haar in drie kwartier terug naar de stal. Zomp, flatsj, zomp. Fijn, die waterdichte bergschoenen. Het hemelwater stroomt langs mijn sokken zo naar binnen. En mijn schoenen laten geen water door. Niet naar buiten dan. Heet dit nou aquajoggen? Mijn kleren plakken als een pak vacuümverpakte koffie aan mijn lijf. Mijn haar zit coupe PlayMobiel.


Ik vraag Olivia of ze ook maar een ietsiepietsie medelijden met me heeft. Ze zegt: “Iiiiaaaa” maar waarom voelt het dan als een giegelig ‘nee’?