12/2/2011 Atlantis deja vu: De dolfijnen zijn vandaag in de derde baai die we aandoen. Het is een groep van 30 tot 40 exemplaren. Ze zijn erg actief. Dan weer zwemmen ze weg, dan komen ze op je af. Hoewel wij mensen toch maar krakkemikkig beperkt zijn in onze mogelijkheden, probeer ik zoveel mogelijk in hun energie mee te gaan, ik wil meegaan in hun bewegingen, met ze meedraaien, meetuimelen, hun snelheid aanhouden terwijl ik toch zo min mogelijk water verplaats.
Atlantis deja vu
Voor mijn gevoel gaat dat goed en kan ik mij aansluiten. Maar misschien ziet het er wel hetzelfde uit als iemand die zichzelf erg mooi vindt dansen …. totdat ie zichzelf in de spiegel ziet. Na een poosje ben ik moe. Ik ben talloze keren meegezwommen, meegenomen, heb mij een met hen gevoeld, heb mij een dolfijn gevoeld, kreeg Atlantis-deja vu’s, voelde mij in andere dimensies. Voor het eerst hoor ik het kirrende geluid waaraan je Flipper zo kon herkennen. Nu pas besef ik dat de geluidstechnicus overuren heeft gemaakt toen hij of zij dit typisch kirrende Flipper-geluid bij de beelden monteerde. Dit is geluid is echt niet standaard maar ingezet naar menselijke maatstaven.
Nathalie heeft een heel intens speelcontact met een dolfijn. Ze bieden elkaar grote boombladeren aan. De dolfijn neemt dit blad mee op zijn of haar snuit, laat het los, neemt het mee op een van de borst- of staartvinnen en laat het los voor Nathalie. Het blad dat dan in het water wiegt, is voor degene die het het eerst te pakken heeft. Nathalie verdenkt de dolfijn ervan dat hij/zij haar soms laat winnen. Dit een-op-een-spel duurt ongeveer een kwartier. Daarna weet deze dolfijn Nathalie telkens weer te vinden. Nathalie vertelt dat het net lijkt alsof ze een vriendje onder water heeft, dat haar telkens weer opzoekt, los van de groep. Intens genieten voor die twee.
De dolfijnen zijn uit zicht als ik door mijn snorkel begin te neurien. Gewoon zachtjes, geen liedje, maar neurien vanuit mijn hart. Langzaam zwem ik al neuriend terug naar het strand. Ik ben moe en wil eruit. En dan word ik ingehaald door de groep. Links, rechts en onder mij bevinden zich grote, kleine dolfijnen. Ze passen zich aan aan mijn snelheid, zwemmen met mij op en mijn voornemen om eruit te gaan, is snel weg. Ik zwem weer mee in de familie, ik neurie en blijf dit doen als het mij opvalt dat ze wel heel dicht bij mij in de buurt blijven. Vaak houd ik mijn slag in terwijl ik zwem. Doodsbenauwd dat ik ze met mijn flippers en snorkel zou raken of beschadigen. Sommige dieren zien er door de vele littekens toch al gehavend uit. We zwemmen anderhalf uur met ze. Ze zijn er nog steeds als wij moe het water uitgaan.